Spotprent uit de tweede wereldoorlog 1945 hongerwinter
Spotprent Mei 1945
Spotprent uit de tweede wereldoorlog 1945. Over de hongerwinter. Met uitleg; “Met het eten ging het wel, Maar Oh boy die Moffen!“. Spotprent van vlak na de tweede wereldoorlog. Uitgegeven en verspreid in 1945. Uitgave van de Haagse boekenclub.
Voedselbonnen tweede wereldoorlog uit 1944. Van deze bonnen moest een gezin 2 maanden eten en zien te overleven in de tweede wereldoorlog. Van deze uitgave van de distributie bonnen zijn er een heleboel overgebleven, er was niet veel op de bon te krijgen in de hongerwinter van 1944-1945. Opvallend zijn de vele bonnen op het vel met ‘Algemeen’ erop, en ‘Taptemelk’. Taptemelk is afgeroomde melk die minder dan 3% vet bevat. Bovenin nog een rijtje bonnen met ‘Vleesch’, wat natuurlijk helemaal niet meer te krijgen was.
Gewoon betalen…
Veel mensen denken dat men tijdens de oorlogsjaren de bonnen inleverden bij de winkels, en dat ze dan het product kregen. Maar zo werkte de distributie niet. Men moest gewoon voor de op de bon verkrijgbare producten betalen. De bonnen regelden alleen dat de producten ‘eerlijk’ verdeeld werden onder de populatie in de gemeenten. En dat ze bij de mensen terecht kwamen die er recht op hadden volgens het distributiebureau.
Hond in de pot…
Mijn oma vertelde eens over de herdershond van de buren die ineens was verdwenen. Ondanks oproepen om de hond boven water te krijgen hing er toch ineens een aangenaam zoete stoofvlees geur door de straat. Volgens mijn oma Stien is nooit opgehelderd welke buur de hond in de pot had. Wel bleken de eigenaren er een zo’n grote beloning voor over te hebben dat je er wel 10 stukken rundvlees op de zwarte markt van kon kopen…. Ook de duiven waren al snel niet meer veilig, en werden gevangen door creatief verzonnen duivenvallen op de daken of balkons. De kokmeeuwen realiseerden zich al vrij vlug dat ze in de Haagse buurten het onderspit zouden delven, en lieten zich al snel niet meer zien, zo vertelde mijn oma. Kortom, de huisvrouwen die in de oorlog rond moesten komen, voor hun vaak grote gezinnen, met of zonder onderduikers, hadden een dagtaak aan het verzamelen en ritselen van de benodigde levensmiddelen en brandstoffen.